Page 6 - industriecultuur
P. 6
Status quo & kansen Historische Context Industrie - economisch productielandschap Midden-Limburg wordt gekenmerkt door een unieke industriële geschiedenis. Die begon met de ontdekking van de steenkool aan het begin van de 20e eeuw. Tot dat moment was het een sterk agrarische regio met een strikt op de lokale markt gerichte economie. De ontdekking van de steenkool had bijgevolg een enorme impact op het productiesysteem, de maatschappij én het landschap. Er werden op korte tijd zeven mijnzetels opgericht (Maasmechelen, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Beringen, en drie in Genk). De zoektocht naar geschikte arbeidskrachten bracht bovendien verschillende migratiegolven met zich mee waardoor de bevolking explosief toenam. Nieuwe en multiculturele waardesystemen vonden daarnaast ingang in het katholieke Limburg. Na WOII werd er in de metropolen fors geïnvesteerd in de economische ontwikkeling. Dat was in de perifere industriegebieden niet anders. Met in Limburg een sterke nadruk op de maakindustrie (auto, logistiek, staal, bouw,…). Veel ex-mijnwerkers werden tewerkgesteld in de Ford-fabriek te Genk. De eerste steen van de fabriek werd gelegd in 1962. Tijdens het hoogtepunt waren 13000 werknemers aanwezig. Eind 2011 waren dat er meer dan 4000 en de fabriek was daarmee de grootste werkgever in de provincie Limburg, én de op één na grootste autoassemblagefabriek in België.

