Page 13 - industriecultuur
P. 13

mining creëert lokale toegankelijke jobs in het verzamelen en sorteren van materialen. En ook de kringloopeconomie lijkt kansen te bieden aan laaggeschoolden die nu vaak uit de boot vallen in de arbeidsmarkt (bv. het terug herstellen van toestellen).  Het zal dus vooral de aard van de jobs zijn die verandert en de hieraan gekoppelde competenties. Dit impliceert nieuwe opleidingen maar ook het begeleiden van de bedrijven in het maken van de omslag. Hoe spreken zij de brede arbeidsmarkt aan waardoor zowel hoog- als laaggeschoolden worden aangetrokken? Hoe tonen zij in hun vacaturebeleid dat Industrie 4.0 verder gaat dan technologische ontwikkelingen en digitalisering en dat er plaats is voor de pionier competenties en attitude van de klassieke maakindustrie? Wat de arbeidsmarkt betreft, is het echter ook een uitdaging om nieuwe, meer flexibele vormen van werk te ontwikkelen die toch voldoende zekerheid bieden. Nieuwe businessmodellen (vooral binnen de deeleconomie) creëren ‘vluchtige’ jobs (interimcontracten, ontbreken van duurzaam statuut, flexibele werkuren, geen nood aan hoge kwalificaties, schijnzelfstandigheid…). Functioneren in dergelijke Industrie 4.0 omgeving betekent openstaan voor een permanente transformatie gekoppeld aan ad hoc opdrachten maar is tegelijkertijd qua jobstatuut minder toekomstgericht.          Trendrespons door de Limburgse samenleving   De transitie naar Industrie 4.0 verloopt razendsnel. Er zijn daardoor diverse ecosystemen ontstaan. In de metropolen zijn creatieve sectoren, kennis- en service agentschappen vandaag sterk vertegenwoordigd. De zuurstof en dynamiek voor die sectoren wordt geleverd door de versnelde urbanisatie en de toenemende druk op de ruimte in deze regio’s. Als gevolg wordt in deze gebieden snel en gemakkelijk ingezet op product-dienstcombinaties en deelinitiatieven. Vaker dan in andere regio’s komen hier ook ‘vluchtige job statuten’ voor. In de perifere gebieden met een historische aanwezigheid van industrie, een sterke verankering van de maakindustrie en de  aanwezigheid van voldoende ruimte om te ondernemen, ontstond een ander ecosysteem. Hier zijn de perfecte omstandigheden gegroeid voor op productie en/of logistiek gerichte economieën. De troeven van Industrie4.0 zijn hier dus vooral op vlak van innovatieve technologieën, digitalisering, energie-efficiëntie en circulaire economie gesitueerd.  De samenleving volgt. In de metropoolgebieden ontstond een jonge, hippe en dynamische community van wizzkids die volop het creatieve veld claimt. Hier verloopt het transitieproces op vele vlakken aan eenzelfde snelheid. In de perifere industrieregio’s zijn het voornamelijk de bedrijven die de omslag maken naar Industrie 4.0 (nieuwe businessmodellen, ontwikkeling van productien/diensten,…). Het ritme van de samenleving loopt hier echter nog niet volledig gelijk aan de economische ontwikkelingen. Niet iedereen voelt zich hierdoor aangesproken. Door het aspect Industrie Cultuur slimmer in te zetten en explicieter uit te spelen, kan men op zoek gaan naar ‘klassieke’ culturele elementen (attitude, competenties, verhalen,…) die van betekenis kunnen zijn in de nieuwe omgeving.  Door terug te grijpen naar het ‘oude’, kan met andere woorden het ‘nieuwe’ omarmd worden. Dit kan opnieuw voor aansluiting zorgen tussen samenleving en economie, en zal beide ritmes terug op elkaar afstemmen. 


































































































   11   12   13   14   15